Op veel schaaktoernooien bepaalt de lijst waarop de deelnemers op volgorde van rating zijn gezet de indeling in de 1e ronde. De sterkste spelers worden gekoppeld aan die net onder de midden van de lijst, en het verloop van zo'n openingsronde roept soms het beeld op van grootmeesters die een 'opwarmertje', een goed te verteren voorafje, verwerken, voordat het 'echte werk', de partijen tegen elkaar, begint. Natuurlijk wint de sterker geachte speler niet altijd, die spelers bovenaan het rechterrijtje kunnen taai zijn, en er zijn er zelfs bij die er met recht van verdacht worden dat ze er in de ontmoetingen met de toppers juist extra gemotiveerd voor gaan zitten, kortom spelers die worst hebben aan metaforen waarin ze, als startsein van een maaltijd die eigenlijk nog niet eens begonnen is, achteloos verorberd worden.

Op het jaarlijkse kersttoernooi in Groningen gaf Nick Maatman, afkomstig uit Oldeholtpade, in 2014 al eens een signaal af mogelijk tot die categorie te behoren. Zijn rating toen (2226) plaatste hem net in de tweede helft van het veld en daardoor was de Rus Rakhmanov (GM, 2647) zijn eerste tegenstander. Als ik nu de Rus, metaforisch, als een lekker tussendoortje naar binnen zou laten glijden, zou ik de waarheid geweld aandoen maar dat hij met de behaalde remise niet mocht klagen is te onderbouwen.
De 2016-editie van het evenement in Groningen begon vorige week met in de A-groep een deelnemersveld dat gemiddeld wat sterker was dan in 2014 waardoor de sterkste spelers in de openingsronde een ratingsurplus van zo'n 300 punten te bewijzen hadden. Aan het eind van de eerste speeldag bleken maar liefst zes van de zeven sterkste spelers niet tot winst te zijn gekomen. In vijf gevallen was het op remise uitgedraaid en de grootste 'shocker' voltrok zich aan tafel 1. Het onverschrokken tegenspel waarmee de Pool Krasenkow, 'topseed' op dit toernooi, te maken kreeg was, met de gebeurtenissen uit 2014 in herinnering, geen totale verrassing, een fraai staaltje 'recidive' van de kant van de GM-bestrijder was het wel.

Wit: Krasenkow (GM, 2626), Zwart: Maatman (FM, 2319), 1e ronde Chess Festival Groningen (A), 21 december 2016.

1.Pf3 Pf6 2.c4 e6 3.Pc3 d5 4.d4 Le7 5.Dc2 0-0 6.cxd5 exd5 7.Lg5 c6 8.e3 Pbd7 9.Ld3 Te8 10.0-0 Pf8 11.h3 Maatman begon hier na te denken en had, toen zijn tegenstander dat vijf zetten later ook deed, op de klok al een behoorlijke achterstand. 11.-Pg6 12.Pe5 Pd7! 13.Lxe7 Dxe7 14.f4 Pdxe5 15.fxe5 Dg5! Die had in de toernooipraktijk, na het dekken van zowel e3 als h3 (16.Tf3?!), al tot succes geleid (16.-Ph4!). 16.e4! Een versterking die na 16.-Le6?! tot voordeel leidt. 16.-Lxh3! 17.exd5 Nu is 17.-cxd5 niet slecht. 17.-Lxg2!? Maar dit is ambitieuzer. Door het wegslaan van de pionnen (h3-g2) kan het rond de witte koning tochtig worden. Maar als Maatman hier de inschatting had gemaakt dat het met schaak laten sneuvelen van f7 in combinatie met het (nog) in leven laten van de tandem d5-e5 een wat al te gortige prijs is voor wat tocht, had niemand hem voor gek verklaard. 18.Dxg2 De3+ 19.Df2 Dxd3 Wit kan het gevaar voor zijn koning beperken met 20.Tad1! Dh3! 21.Dxf7+ Kh8 22.Df3!, maar 22.Df2? Tf8! 23.Dg2 De3+ is fout. 20.Kh2?!

Nu is het nuchtere 20.-Tf8! niet slecht. 20.-c5!?! Het centrum opblazen moet via d4. En bang dat er op de centrale lijnen straks een stel witte vrijpionnen op hem af komt is hij kennelijk niet. 21.Tad1! Laat zwart eerst de moeilijke zet spelen. 21.-Da6! Beter dan 21.-Dc4?! 22.Dxf7+ Kh8 23.d6!. 22.Dxf7+ Kh8 Nu blijkt de geringe bescherming voor de witte koning in veel varianten inderdaad zwaar te wegen, 23.Tg1! lijkt nog het minste kwaad. 23.dxc5?! Nu zijn die op e5 en c5 'los', en de lijn c4-h4 is open. 23.-Tf8 24.De6 Dc4! 25.Dh3 Geen keus. 25.-Pxe5 De witte stelling is al bijna onverdedigbaar. 26.Tde1?! Laat 26.-Pf3+! 27.Txf3 Txf3 (of 26.-Tf3!) toe, maar het is logisch dat zwart, in tijdnood ongetwijfeld, het praktisch speelt. 26.-Pg4+?! Geeft wit 27.Kg2!, een overlevingskansje. 27.Kg3?! Met een kwartier op de klok had hij nu de matjes (27.-Pf2!, 27.-Pe3!) kunnen zoeken. 27.-Pf6! De 'menselijke' zet, na 28.-Dxc5 is elk gevaar uit de witte acties verdwenen. 28.d6 Dxc5 29.De6 Tad8 30.Td1 Dg5+ 31.Kh3 Tfe8. Wit gaf op. Prachtig gespeeld.

Opgave 3410

Lazar B. Zalkind
2e prijs Chess Club Budapest
(voor 1920)

Wit begint en geeft mat op de 2e zet. Sleutelzet (3 punten) + alle matzetten die wit nodig heeft (1 punt) voor 26 januari naar:

Dolf Wissmann

Dirk Boutsstraat 53-b

8932 CP Leeuwarden

Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.