Om de achterstand bij de oplossingsbesprekingen in te lopen deze keer even geen partijschaak.

In de rubriek van zes weken geleden zat er in de stelling van opgave 3436, een driezet van Milan Velimirovic (1e prijs Matthews-75 JT 2002), een foutje, want er ontbrak een pion op b2, de juiste stand is:

4aug17-d3


Gelukkig bleef de inhoud van het probleem grotendeels overeind, maar dat betekende ook dat er door de binnenkomende oplossingen geen alarmbelletje afging en ik de fout pas laat ontdekte.
Het paard kan vanaf a4 in twee zetten naar de matvelden e6, a8 of b5 springen, de loper verdedigt echter tegen onmiddellijke pogingen: 1.Pc5? (2.Pxe6#) La2!, 1.Pb6? (2.Pa8#) Lxe4! en 1.Pc3? (2.Pb5#) Ld3!. Oplossing stand zonder pion b2 (voor de oplossers, ter controle): 1.De1! dreigt 2.dxe3! (3.Da5#) d5 3.Le5#, tevens 2.Dxb1! + 3.Db6/7#. Er zijn vier paardzetten die tegen beide dreigingen verdedigen, dat leidt tot: 1.-Pd5 2.Pc5! (3.Pxe6#) dxc5 3.Le5#, 1.-Pc2 2.Pb6! (3.Pa8#) d5 3.Le5#, 1.-Pc4 2.Pc3! + 3.Pb5#, 1.-Pd1 2.d3! (3.Da5#) Pc3 2.Dxc3# (2.-d5 3.Le5#).
Het originele probleem toonde in 2002 ook 1.De1! maar in de juiste stand is de enige dreiging 2.dxe3!, na alle zetten van Pe3 is dat uiteraard van de baan. Als de bestemming f1, f5, g2 of g4 is, komt eenvoudig 2.Dc1+ Lc2 3.Dxc2#. De andere vier paardzetten zijn in feite steeds correcties op het voorafgaande, en het levert exact dezelfde zonet al gegeven vier varianten op. Een enkele dreiging is sowieso al wat subtieler dan de dubbele, in dat geval is bovendien een deel van de redenatie rond de correcties verdwenen, Velimirovic (1952-2013) wist wel wat ie deed, die pion staat er niet voor niets.

Opgave 3437 was een tweezet van Gunter Bluhm (Schach 1961).

07juli-17-d3


Als wit de loper van e6 wegspeelt dreigt de toren op dat veld mat te geven, zwart heeft dan in alle gevallen drie verdedigingen, wit moet zorgen een antwoord te hebben op 1.-Te1 en 1.-Lf7, voor 1.-Th6 ligt 2.Pf5# al klaar. Wit kan alle drie zwarte stukken afsluiten, het is logisch en bij deze thematiek al zo vaak gebleken dat voor zwart 'spelen met het reeds afgesloten stuk' dan vaak de juiste strategie is, dat blijkt ook hier uit 1.Lc4? Te1! en 1.Ld7? Lf7!, een mooie cyclus met de matzetten op b5, c5 en c6 komt helaas niet uit de verf want na 1.Lc4? Th6 is er de dual 2.Pf5#/2.Lc5# en na 1.Ld7? Th6 is de dual 2.Pf5#/2.Pb5# net zo jammerlijk. Er is nog een derde geval waarbij zwart het mat ontloopt door met het afgesloten stuk te spelen: 1.Lf5? Th6!, dan kan immers 2.Pf5# niet meer. Juist is om de toren op h5 af te sluiten met
1.Ld5! (dreigt 2.Te6#). Dan zit 1.-Th6 2.Pf5# er nog in, en dankzij de afsluiting op de 5e rij kunne 1.-Lf7 2.Pb5# en 1.-Te1 2.Lc5#. Verder is er nog 1.-Te5 2.fxe5#.

Opgave 3438 betrof de nu volgende driezet van Robin C.O. Matthews (1e prijs Probleemblad 1962).

Na 1.Pe7! is een verrassende ZZ(!) ontstaan, alle zwarte zetten blijken verzwakkingen te zijn. Dat de zwarte paarden de lopermats op d2 en f2 moeten bewaken, en dat 1.-d5? niet slim is, behoeft geen nadere uitleg, en als 1.-d3 2.Ld2+! Pxd2 3.Te1# gezien is, blijven alleen zetten van de zwarte lijnstukken over. Als de dame speelt en de dekking van f5 loslaat komt 2.Pxf5+! (3.Te4#), als de dame de dekking van d3 loslaat komt 2.Td3+! (3.Pd1#), het is logisch dat er enkele damezetten zijn die beide voortzettingen mogelijk maken. Iets dergelijks geldt ook na 1.-Ta1 en 1.-Ta2, het gaat verder vooral nog om de volgende vier fraaie varianten: 1.-Lb7 2.Pxf5+!, 1.-Lc8 2.Pd5+!, 1.-Ta3 2.Pc4+!, 1.-Ta4 2.Td3+!. Een topprobleem.

Opgave 3442

Jan Hartong
1e prijs Western Daily Mercury 1920

Wit begint en geeft mat op de 3e zet. Sleutel + alle varianten t/m de 2e witte zet (5 punten) voor 7 september naar:

Dolf Wissmann

Dirk Boutsstraat 53-b

8932 CP Leeuwarden

Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.