Schaakrubriek Friesch Dagblad 10 november 2017
Emanuel Lasker is niet alleen een van de grootste schakers uit de geschiedenis maar ook de naam van mijn schaakclub en ik kan me niet anders herinneren dan dat de leden altijd uit een groot aantal verschillende woonplaatsen afkomstig waren en dat de thuisbasis altijd Sint Jacobiparochie is geweest. Dat is nu echter niet meer, met ingang van dit seizoen is het Sint Annaparochie waar de interne competitie en de thuiswedstrijden van het tweede team worden gespeeld, terwijl Leeuwarden de locatie voor de thuisduels van het eerste is.
Spelen in de landelijke clubcompetitie kan heel wat reistijd met zich meebrengen, vorig seizoen speelde ik bijvoorbeeld in alle negen duels mee, wat betekende dat ik vanaf Leeuwarden de reis heen en terug Sint Jacobiparochie vier keer maakte, terwijl het in de andere vijf gevallen ging om een retourtje Wolvega, Groningen, Almelo, Sneek en Kampen.
Dit seizoen is er heel veel anders, even toegespitst op de benodigde reistijd voor mij persoonlijk, is er ten eerste natuurlijk het hierboven al aangegeven feit dat 'thuis' een nieuwe betekenis gekregen heeft, als we thuis spelen zal ik weliswaar nog steeds mijn huis dienen te verlaten, maar van een 'reis' is, gezien de korte wandeling naar de speelzaal die dan nog moet volgen, eigenlijk geen sprake. Daarnaast was in april al duidelijk dat een reis naar Almelo niet opnieuw gevreesd hoefde te worden, omdat het team van Almelo kampioen werd en dus is gepromoveerd. Verder zal ik dit seizoen waarschijnlijk in een van de uitwedstrijden niet meespelen en, tenslotte, de uitwedstrijd die we al hebben gespeeld, was tegen het tweede van Philidor 1847, dat betrof dus in feite ook een thuiswedstrijd. Met deze zaken voor ogen meende ik al bij aanvang van het seizoen, in vergelijking met vorig jaar, op een flinke reductie van de reistijd te mogen rekenen en voorlopig lijkt die inschatting juist, want voor de eerste drie speelronden ben ik de stad nog niet uit geweest.
Als ik bovenstaande alinea nog eens overlees realiseer ik me pas goed dat de reistijdreductie zo spectaculair is, dat het eigenlijk jammer is dat het me nauwelijks interesseert en mijn wensen op de maandelijkse speeldag in de clubcompetitie zich volledig richten op het resultaat van mijn partij.
Enfin, voor Lasker hebben de drie ronden evenzovele overwinningen opgeleverd, het gaat dus goed. Aan de 6-2 winst die vorige week werd behaald leverde ook 'playing captain' Erik Bosma, woonplaats Minnertsga, een bijdrage en die was van goede kwaliteit.
Wit: Erik Bosma (1986, Lasker), Zwart: Thomas Verfuerth (1981, Zevenaar), 3e ronde KNSB-competitie (3A), Leeuwarden, 4 november 2017.
1.Pf3 c5 2.c4 Pc6 3.e3 e6 4.d4 cxd4 5.exd4 d5 6.Pc3 Lb4 7.a3 Lxc3+ 8.bxc3 Pf6 9.Ld3 dxc4 10.Lxc4 Dc7 11.De2 0-0 12.0-0 Pa5 Zwart lijkt zijn paard tegen de loper te willen ruilen, 13.La2! is een geschikte zet om dat uit de weg te gaan. 13.Pe5?! Zwart staat goed na 13.-Pxc4! 14.Dxc4 Dxc4 15.Pxc4, de witspeler heeft dat ongetwijfeld niet goed (te gunstig) getaxeerd. Op het gebied van onjuiste taxaties wordt hij echter al snel overtroffen. 13.-Pd7? Want dit betekent: inschatting van 13.-Pc4! te negatief, die van de gespeelde zet te positief, kan niet anders! 14.Ld3! Neemt h7 in het vizier, als zwart nu bijvoorbeeld met 14.-Pb3 voor ruil met de andere loper gaat kan wit een pion buitmaken: 15.Pxd7! Lxd7 16.Lxh7+! Kxh7 16.Dc2+. Met de laatste zet is wit in het voordeel gekomen en, ondanks enkele (halve) missers in het vervolg, zal de witspeler die situatie op zich weten vast te houden tot het eind. 14.-Pxe5 15.dxe5
Nu kan 15.-Pb3?! sterk met 16.Dc2! (16.-Pxa1? 17.Lxh7+ Kh8 18.Dd3! of 16.-Pxc1 17.Lxh7+ Kh8 18.Le4!) worden beantwoord. 15.-Dxc3?! De zwartspeler is mogelijk een zgn. 'pawn grabber', ook als de prijs hoog is kunnen die zich soms niet bedwingen. 16.Ld2 Een van de aantrekkelijke opties. 16.-Dc7 17.De4 g6 18.Lg5! Beter dan 18.Lh6, zwart kan de loper eigenlijk niet zomaar naar f6 laten gaan en moet al aan de noodrem. 18.-f5! 19.exf6 Pb3 20.Tad1 Pc5 21.Dd4 b6 22.Lc4 Lb7 23.f3?! Tf7 24.Tfe1! Te8 25.Dd6 In vertrouwen dat het eindspel zeer gunstig staat, de computer mag 25.Lf4! beter vinden. 25.-Dxd6 26.Txd6 h6?! Maakt het wit makkelijker als met 26.-La6! of 26.-Tc7!. 27.Lxh6 Txf6 28.Lg5 Tf5 29.h4 Kf7 30.Ted1 Lc8?! Passief. Beter 26.-Ld5!.
Voor zwart is 31.Lb5!? Tf8 32.Tc6 Kg8 nog geen ramp, ook 31.-Tg8/Th8 32.Tc6 is nog te verdedigen: 32.-Kg7! 33.Tc7+ Tf7. Met een open f-lijn erbij is alles anders, met het door de computer aangegeven 31.g4!! Txf3 heeft wit dat voor elkaar en dan wint 32.Lb5! wel. Na 32.-Tf8 of 32.-Th8 wordt de toren van de f-lijn gejaagd en neemt wit over: 33.Lc6! Txa3 34.Tf1+, op 32.-Tg8 komt dan 33.Tc6! Kg7 34.Tc7+ Tf7 35.Lh6+! Kf6 36.Tf1+ en wint. Maar het is natuurlijk niet raar dat Bosma in plaats van 31.g4!! een 'menselijke' zet produceert. 31.Tc6 Kg8 32.Le3 La6? Overziet dat hij nu met 33.Txc5! beide lichte stukken kwijt raakt tegen de toren. 33.La2?! Maar hij is niet de enige. Nu zou wit na 33.-Lb5! 34.Tc7 nog moeten werken voor het punt. 33.-Tc8? Voorkomt uiteraard 34.Tc7 maar vier van de andere vijf zetten van de toren brengen de winst dichtbij. Er is daarnaast echter nog een winstweg, dat het de meest droge is vindt de witspeler misschien niet erg. 34.Lxe6+! Dat bedoel ik. Zwart kan zo de materiële achterstand niet tot één pion beperken, wit schuift het beheerst uit. 34.-Pxe6 35.Txe6 Kf8 36.Tdd6 Tc3 37.Lg5 Tc7 38.Txg6 Lc4 39.Tc6 Txc6 40.Txc6 Tc5 41.Txc5 bxc5 42.Le3 a6 43.Kf2 Kg7 44.g4 Lb3 45.Lxc5 Ld1 46.Kg3 Le2 47.f4 en zwart gaf op.
Opgave 3455
Johann Hollik
Deutsche Schachzeitung 1984
Zelfmat in 6 zetten.
Wit begint en dwingt zwart om de witte koning op de 6e zet (of eerder) mat te zetten.
Volledige oplossing t/m 6e witte zet (6 punten) voor 7 december naar:
Dolf Wissmann
Dirk Boutsstraat 53-b
8932 CP Leeuwarden
Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.
Laatst aangepast (zaterdag, 11 november 2017 08:43)