Schaakrubriek Friesch Dagblad 1 juni 2018
Het betrof bovendien geen onbelangrijke partij want 22 jaar nadat hij bij Philidor1847 voor het laatst clubkampioen was geworden was hij dankzij een sterke 6,5 uit 8 in een tienkamp (Playoff) relatief dicht bij een volgende titel gekomen, hij moest dan echter zijn laatste partij 'nog wel even winnen' van de huidige kampioen, tevens sterkste schaker in Friesland, Migchiel de Jong (46).
Wit: Jan Hania (2115), Zwart: Migchiel de Jong (2377), 9e ronde Playoff om het clubkampioenschap bij Philidor1847, Leeuwarden 22 mei 2018.
1.d4 e6 2.e4 d5 3.Pd2 c5 4.exd5 Dxd5 5.Pgf3 cxd4 6.Lc4 Dd6 7.0-0 Pf6 8.Pb3 Pc6 9.Pbxd4 Pxd4 10.Pxd4 a6 11.Te1 Dc7 12.Lf1 Le7 13.Df3 0-0 14.Lf4 Ld6 15.Lxd6 Dxd6 16.Tad1 Db6 17.Da3 Ld7 18.c4 Tfd8 19.b4 Le8 20.c5 Dc7 21.g3! Pd5 22.Lg2 Lc6 23.Db3 Dd7 24.Dc4 La4 25.Td2 Pe7?!
Een onnauwkeurigheid van de titelverdediger?! Beide spelers keken nu naar 26.Txe6, voor spelers van dit niveau is daarna de makkelijke, maar toch ook mooie, variant 26.-fxe6? 27.Pxe6 Dxd2 (op 27.-Lb5 komt ook 28.Pxd8+!) 28.Pxd8+ Kh8 29.Pf7+ Kg8 30.Ph6+ Kh8 31.Dg8+! gevolgd door het stikmat 32.Pf7#. Veel moeilijker te beoordelen zijn 26.-Dxe6 27.Pxe6 Txd2 28.Lxb7!, of 26.-Pf5!? 27.Te4! en vooral 26.-Lb5!, dat is dan ook de sterkste zet. Dan is het eerst de vraag of wit met 27.Pxb5 of 27.Db3! zal voortzetten. De computer geeft de laatste als beste, maar er dient daarna dan weer met 27.-La4, 27.-fxe6 en 27.-Pf5 te worden gerekend.
Als de witspeler dit alles als een 'onzeker avontuur' beoordeeld zou hebben, had hij ongetwijfeld 26.Txe6! gespeeld, de computer geeft trouwens in alle varianten voordeel voor wit.
26.h4?! Niet de beste dus, maar ook niet slecht, na 26.-Pc6 stond het ongeveer gelijk en even later was het remise. Daarmee is De Jong na zijn eerste clubtitel in 1999 nu voor de veertiende keer, en voor de achtste keer op rij, clubkampioen van Philidor geworden.
En Hania was deze keer wellicht juist iets te voorzichtig.
Opgave 3479 was de nu volgende fraaie tweezet van Piotr Ruszczynski (5e c. UV CSTV 1979).
Een witte toren gericht op de zwarte koning met twee witte stukken er tussenin, dat betekent in een tweezet meestal dat een van die twee stukken moet spelen en hier lijkt het, onder meer vanwege een mogelijk dubbelschaak (2.Pc4#), logisch om met een loperzet te beginnen.
Kansrijk is 1.Lf5? (dreigt 2.Pc4#) waarmee voor Tf6 de lijn naar beneden wordt afgesloten. Op 1.-Te4 kan dan 2.Df3# en op 1.-Le4 2.Df4#, echter op 1.-Te6! is er geen mat.
Wit kan ook de diagonaal naar beneden van Lc6 afsluiten door 1.Ld5? (2.Pc4#), ook dat blijkt kansrijk gezien 1.-Te6 2.Df3# en 1.-Te4 2.Dxe4#, maar nu gooit 1.-Lxe8! roet in het eten.
Juist is uitgerekend de zet waarmee het dubbelschaak (tijdelijk) wordt opgegeven: 1.Lc4! met afsluiting van Ta4 waardoor 2.Dd4# dreigt.
Hoofdvarianten: 1.-Le4 2.Dxe4# en 1.-Tf4 2.Dxf4#.
In de varianten waarin het (in verleidingen en oplossing) op 2.Df3#, 2.Dxe4# en 2.D(x)f4# uitdraait (alle drie twee keer), zit het basisidee van dit probleem. De bijvarianten in de oplossing passen echter ook mooi in het geheel: 1.-Txf2 2.Pxc6#, 1.-Txc4 2.Pxc4#.
Opgave 3484
Miodrag Mladenovic
Open Servisch oploskampioenschap 2011
Wit begint en geeft mat op de 3e zet. Sleutel + alle varianten t/m de 2e witte zet (5 punten) voor 28 juni naar:
Dolf Wissmann
Dirk Boutsstraat 53-b
8932 CP Leeuwarden
Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.