Auke van der Heide (63) uit Leeuwarden is een schaker met meerdere schaaklevens, als ik me niet vergis hebben twee lange periodes van inactiviteit zijn schaakcarrière namelijk in drie stukken geknipt.
Ondanks de periodes van inactiviteit zijn er meen ik toch heel wat deelnames aan het Fries kampioenschap geweest, diverse daarvan met eindklassering in de hoogste regionen, in de jaren tachtig van de vorige eeuw, in dit geval gaat het tevens om het vorige schaakleven van betrokkene, was hij enkele malen dicht bij de titel.
De editie van dit jaar, waarop hij vooraf als derde geplaatst was, begon met een zeer matige partij, die toch de volle winst opleverde, daarna leek het gebruikelijke niveau weer terug te komen, de partij in de 4e ronde stemde zelfs heel erg tevreden.

Wit: Amir Nicolai (2115), Zwart: Auke van der Heide (2163), 4e ronde Haije Kramer toernooi om het Fries Kampioenschap, Leeuwarden 6 juni 2018.

1.d4 d5 2.Lf4 Pf6 3.e3 c6 4.c4 Db6 5.Db3 e6 6.c5 Da5+ 7.Dc3 Dxc3+ 8.Pxc3 b6 9.b4 a5 10.Pa4 Pfd7
Nu houdt 11.b5! de stelling op gelijke kansen. 11.Lc7? b5! Zo pakt zwart het voordeel. Op 12.Lxb8 slaat hij niet het paard, ook niet de loper, maar doet hij 12.-axb4!, en dan gaat het met zetverwisseling naar de partij. 12.Pb2 axb4 13.Lxb8 Pxb8! 14.Pd3 b3! Wit kan de pion niet snel oppeuzelen. 15.a3 Pd7 16.f4


Na bijvoorbeeld 16.-g6 of 16.-Le7, vervolgens de loper op de lange diagonaal, zijn die ideeën met b3-b2 en Pd7xc5 ook gevaarlijk, maar kan wit het misschien nog net verdedigen. 16.-g5!! Maar na deze moet hij zo meteen ook nog met g5-g4 en g5xf4 rekenen, na 17.fxg5?! komt 17.-e5! 17.g3! gxf4 17.-Lg7! 18.gxf4 Lg7 19.Pf3 b2! En zo wordt het pionnetje nog even nuttig ingezet. Om het paard af te leiden en vervolgens de witte stelling open te rijten. 20.Pxb2 Pxc5! Nu 21.Pd3! en wit kan nog door. 21.Tc1? Pe4! 22.Txc6 Ld7 23.Tb6 Txa3 24.Pd1 Als wit zonder problemen b5 kan pakken, valt het nog mee en voor 24.-Tb3?! 25.Pd2! geldt hetzelfde. Maar voor dat slaan op b5 heeft zwart een sterke ontmoedigingsactie. 24.-Kd8! 25.Lxb5 Tb3! Want dit verliest nu een stuk. 26.Tb8+ Lc8! 27.Tb6 Kc7 en wit gaf op.

In de partij krijgt zwart na een goede openingsbehandeling al snel het kadootje dat hem in het voordeel brengt. Doordat het droomscenario hem daarnaast lijkt te inspireren tot zijn beste spel en hij de druk er bv. in de diagramstand maximaal op houdt, is er voor wit binnen de kortste keren al geen redding meer. Mooi gespeeld, bekroning tot beste/mooiste partij van het hele toernooi is goed te begrijpen.

Opgave 3482 was een vierzet van Fritz Giegold (Die Welt 1961).

Ondanks het feit dat zwart heel weinig uit kan richten, is de oplossing niet makkelijk te vinden, dat zijn typerende kenmerken in het werk van Giegold. De witte torens komen maar niet bij de zwarte koning, na 1.Tb4? cxb4! 2.Tc8 bxc3! verdwijnt er te veel van het bord. en 1.Tb3? moet zwart gewoon negeren (1.-f6!).
Er blijkt echter toch een mogelijkheid te zijn die geforceerd leidt naar een slotstand waarin beide torens zich laten gelden en bij een van de torens gaat de invloed in die slotstand dwars door het zwarte stukkenblok in de rechterbenedenhoek heen ...
1.Tg8! f6 2.Pxf3+ Kd3 3.Tg2! Kc2 4.Pe1#.
Die ene toren is dus gewoon blijven staan en dekt daardoor nu nuttig op b2 en b3, de andere toren heeft het op g2 gevonden. Van daaruit is, dwars door f2 heen, de invloed op de zwarte koning op c2 onmiskenbaar, want daardoor kan f2 niet op e1 slaan.

Opgave 3487

Comins Mansfield
13e Thematoernooi BCPS 1931

Wit begint en geeft mat op de 2e zet. Sleutelzet (3 punten) + alle matzetten die wit nodig heeft (1 punt) voor 19 juli naar:

Dolf Wissmann

Dirk Boutsstraat 53-b

8932 CP Leeuwarden

Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.